17703 |
endeldarm |
aarsdarm:
aarsch-derm (Q098p Schimmert),
aashderm (Q098p Schimmert)
|
endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23263 |
engel |
engel:
ingel (Q098p Schimmert)
|
Een engel [ingel, èngel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23713 |
engel des heren |
angelus:
Angelus (Q098p Schimmert),
engel des heren:
Ingel des Hèère (Q098p Schimmert)
|
Het "Engel des Heren"of "Angelus", het gebed bij het Angelus-luiden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23898 |
engelbewaarder |
engelbewaarder:
den ingelbewāārder (Q098p Schimmert)
|
Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24062 |
engelenmis |
engelenmis:
ingelemes (Q098p Schimmert)
|
Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24874 |
engels gras |
engels gras:
WLD
Engelsch grāās (Q098p Schimmert),
pastoorsgras:
pestours graas (Q098p Schimmert)
|
Engels gras (armeria vulgaris o.s. maritima 5 tot 40 cm lage plant. De bladeren groeien in een dicht wortelrozet en zijn lijnvormig; de bloemen bevinden zich in dichte hoofdjes aan het eind van de onvertakte stengels, de stengels hebben geen bladeren, m [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24313 |
engerling, larve van de meikever |
larve:
WLD
lârf (Q098p Schimmert)
|
engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20333 |
enig kind |
einziges kind:
einzigs-kind (Q098p Schimmert),
enigst kind:
enigst kind (Q098p Schimmert)
|
een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17775 |
enkel |
enkel:
inkel (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
32873 |
enkelvoudig handvat |
handhaaf:
hantǝf (Q098p Schimmert)
|
Handvat van de zeis, indien het er maar één is. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''.' [N C, 3a]
I-3
|