e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halen halen: hawf (Schimmert) halen [SGV (1914)] III-1-2
halen en betalen boter bij de vis: Note: invuller geeft alleen dit voorbeeld!  boter bie de vŭsch (Schimmert), halen en betalen: haole en betale (Schimmert) Halen en betalen wat men gekocht heeft [ik moet gaan ontvangen?] [N 21 (1963)] III-3-1
half- of stiefbroer halve broer: hauve broor (Schimmert) half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
half- of stiefzuster halfzuster: haufzuster (Schimmert) half- of stiefzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
half-cirkelvormig raam uilelok: ylǝlǫk (Schimmert) Een raam in de vorm van een halve cirkel met de rechte zijde aan de onderkant, meestal aan stallen. Het benoemingsmotief van de benamingen is meestal de vorm van de raampjes, soms zijn ze naar andere raampjes genoemd die dezelfde vorm hebben (van de oven of van - onbeglaasde - ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie o.a. het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). [N 4, 51; N 4A, 38a] I-6
halfbloed koe zonder papieren: [koe] zǫndǝr pǝpīrǝ (Schimmert) Koe van gedeeltelijk bekende afstamming. Bedoeld wordt de koe waarvan één der ouders onbekend is - dit betreft meestal de vader - of waarvan één der ouders niet is opgenomen in het stamboek. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1).' [N 3A, 3b] I-11
halfhemd front: front (Schimmert), frōnt (Schimmert) halfhemd, kort overhemd of los linnen borststuk dat onder de halsopeningen van het vest wordt gedragen [frontj] [N 23 (1964)] III-1-3
halfhoge knoopschoen? laars: laarse (Schimmert), laarsje: leerskes (Schimmert) damesschoenen, halfhoge ~ met knopen opzij [leerskes] [N 24 (1964)] III-1-3
halfhoge pet met opstaand bovenstuk lage zijden: lĕĕge zie-je (Schimmert) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het halfhoge model {afb} [lage zeje] [N 25 (1964)] III-1-3
halfmis halvermis: hauvermès (Schimmert) Het moment waarop de mis op de helft is, wat de duur betreft [halfmis, hauvermès?]. [N 96B (1989)] III-3-3