18330 |
kort schortlint |
gatslint:
gatslinte (Q098p Schimmert),
lint:
linger van de sjolk (Q098p Schimmert)
|
linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18013 |
kortademig |
dempetig:
dempetig (Q098p Schimmert),
kort:
kort (Q098p Schimmert),
kort van aom (Q098p Schimmert)
|
dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
18287 |
korte broek |
korte broek:
korte brook (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24737 |
korte dikke wortel |
grove wortel:
grove wortels (Q098p Schimmert),
mollenstaart:
WLD
môllenschtĕrt (Q098p Schimmert)
|
Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
18216 |
korte laars |
laarsje:
leerske (Q098p Schimmert)
|
laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18600 |
korte onderbroek? |
korte onderbroek:
korte onderbrook (Q098p Schimmert),
korte ōngerbrook (Q098p Schimmert)
|
onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18562 |
korte overjas |
jekker:
jekker (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
joppe (du.):
joep (Q098p Schimmert)
|
overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
29971 |
korteling |
korteling:
kǫrtǝleŋ (Q098p Schimmert
[(id)]
),
steigerkluppel:
štęjgǝrkløpǝl (Q098p Schimmert
[(meervoud: štęjgǝrkløpǝlǝ)]
)
|
Korte steigerpaal die aan één uiteinde draagt op de aanbinder en aan de andere kant in een in de muur uitgespaard steigergat. Over de kortelingen komen de steigerplanken te liggen die de steigervloer vormen. Zie ook afb. 18. [N 32, 3b; monogr.]
II-9
|
21132 |
korter maken |
afsnijden:
aafsnieje (Q098p Schimmert),
āāf-schniē (Q098p Schimmert)
|
een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34520 |
kortwieken |
korten:
kortǝ (Q098p Schimmert),
leewieken:
liwikǝ (Q098p Schimmert),
stoepen:
štupǝ (Q098p Schimmert)
|
Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.]
I-12
|