e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichte overjas demi (fr.): demi (Schimmert), van demi-saison.  demi (Schimmert), surtout (fr.): sertoe (Schimmert) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] || herenoverjas; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
lichtgeraakt, kregel garetig: garetig (Schimmert), gauw kwaad: gaauw koad (Schimmert), kort aangebonden: kort aàngebonden (Schimmert), kregel: krēgel (Schimmert), kregelig: kregelig (Schimmert) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] || spoedig boos of driftig wordend [krikkelig, nippig, kregel, kriel, oplopig] [N 85 (1981)] III-1-4
lidmaat, ledematen lid, leden: lid (Schimmert), lidmaat, ledematen: lidmaot (Schimmert) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje lied: leed (Schimmert), liedje: le.tsjə (Schimmert), leedsche (Schimmert) lied [SGV (1914)] || liedje [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: leedsches (Schimmert) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
lief lief: leef (Schimmert) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde hart: hart höbbe (Schimmert), hart veur (Schimmert), liefde: leefde (Schimmert, ... ), leefde höbbe (Schimmert) liefde [SGV (1914)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
liefhebben liefhebben: leefhöbbe (Schimmert) liefhebben [SGV (1914)] III-1-4
liefkozen knuffelen: knuffele (Schimmert), schoezen?: schŏĕze (Schimmert) zijn liefde of genegenheid kenbaar maken door iemand te strelen of aan te halen [koekelen, fikfakken] [N 85 (1981)] III-1-4
liegen liegen: lege (Schimmert, ... ), lēēge (Schimmert), lége (Schimmert) bewust onwaarheden vertellen [leugen, liegen, leugenen, floersen, gekken] [N 85 (1981)] || liegen [SGV (1914)] || onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1