e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
te groot zijn te wijd zijn: t zit te wied (Schimmert) Hoe zegt U: het kledingstuk zit te ruim? [N 62 (1973)] III-1-3
te klein zijn te eng zitten: t zit te ing (Schimmert), trekken: t trèk zich (Schimmert) Hoe zegt U: het kledingstuk is te eng (trekt?) [N 62 (1973)] III-1-3
te koop aanbieden aanbod (zn.): ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  āanbod (Schimmert) aanbieden, Voor een bepaalde prijs te koop ~ [loven of geloven? zegt men wel: wat looft ge uw kippen = welke prijs vraagt ge ervoor?] [N 21 (1963)] III-3-1
te lood recht: rɛx (Schimmert) Gezegd van een muur of hoek wanneer deze tijdens de controle met het schietlood een loodrechte stand vertoont. [N 31, 10d; monogr.] II-9
te wijd te wijd: tǝ wīt (Schimmert) Te ruim, gezegd van een kledingstuk of kledingstukonderdeel. [N 59, 130a; N 62, 26c; MW] II-7
teek bloedluis: blood loes (Schimmert), teek: WLD  tēek (Schimmert) teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)] III-4-2
teelballen, testes kloten: kloten (Schimmert) [JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38] I-9
teellid schacht: šax (Schimmert) Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b] I-9
teen teen: tēēne (Schimmert), tieën (Schimmert), tiēē-n (Schimmert), tièn (Schimmert) teen [N 10b (1961)], [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)] III-1-1
tegelijkertijd galopperen en draven klabetteren: klabɛtǝrǝ (Schimmert), kletteren: klɛtǝrǝ (Schimmert  [(de hoeven kletterend neerzetten)]  ) Gelijktijdig galopperen en draven, bijv. met de voorpoten galopperen en met de achterbenen draven, ofwel afwisselend draven en galopperen. De correspondenten kennen hiervoor weinig specifieke woorden: enkel fetteren en springen. Er komen wel een aantal klanknabootsende woorden voor in de betekenis "snel, wild lopen". [N 8, 20, 81c en 81e] I-9