e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

Gevonden: 6515
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstelwerk borstelwerk: bø̄stǝlwęrǝk (Schimmert) Wijze van voegen waarbij het oppervlak van de voeg een ruwe structuur vertoont. De voeg wordt daartoe eerst met mortel meer dan volgezet, vervolgens met de zijkant van de voegspijker gelijk met de voorkant van de steen afgestreken en tot slot met een borstel afgeborsteld. Voegen die op deze wijze waren gemaakt werden in Q 83 'Hollandse voegen' genoemd. Ze waren volgens de zegsman slecht van kwaliteit. [N 32, 34c; monogr.] II-9
borstkas borst: borsj (Schimmert, ... ), bôrsch (Schimmert), borstkas: borskas (Schimmert) borst(kas) [SGV (1914)] || Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstnet borstnet: bǫrstnęt (Schimmert) Vliegennet dat alleen voor de borst van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83b] I-10
borstriem borstriem: bǫrstrēm (Schimmert) Leren riem van het borsttuig die voor de borst van het paard zit. Zie ook opmerking onder lemma Borsttuig. [N 13, 52] I-10
borstrok borstrok: Dunner dan sjtoep.  borsjrok (Schimmert), flanel: In zomer. WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.  flanel (Schimmert), lijfje: līēfke (Schimmert), stoep: schtoep (Schimmert) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstrok: borschrok (Schimmert), stoep: Dikke of dunne -.  sjtoep (Schimmert) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) onderlijfje: underlīēfke (Schimmert), stoep: sjtoep (Schimmert), stoepje: sjtubke (Schimmert) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld broche (fr.): broche (Schimmert), spang: schpang (Schimmert) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3
borststuk van een schort boezem: boezem (Schimmert) borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borstvliesontsteking fleuris: fleures (Schimmert), fleuris (Schimmert), flĕŭris (Schimmert) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2