21879 |
borgen |
borgen:
borgen (Q032p Schinnen)
|
uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20563 |
borrel |
drupje:
drupke (Q032p Schinnen),
dröpke (Q032p Schinnen),
dröpkə (Q032p Schinnen)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24981 |
borrelen (van water) |
borrelen:
borrelen (Q032p Schinnen),
borrəlt (Q032p Schinnen),
kolken:
klôkke (Q032p Schinnen),
kwelmen:
kwelmen (Q032p Schinnen),
wellen:
welle (Q032p Schinnen)
|
bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19497 |
borstel |
borstel:
beusjtel (Q032p Schinnen)
|
borstel [SGV (1914)]
III-2-1
|
17631 |
borsten |
bollen:
böl (Q032p Schinnen),
memmen:
memme (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
tieten:
tiete (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
tīēte (Q032p Schinnen)
|
borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borst:
borst (Q032p Schinnen),
broes (Q032p Schinnen)
|
Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
onderstoep:
ongersjtuup (Q032p Schinnen)
|
Mannenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18602 |
borstrok (voor vrouwen) |
flanelletje:
gemaakt van flanel of interlock WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.
flanelke (Q032p Schinnen)
|
Vrouwenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
fleuris (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
33713 |
bos |
bos:
buš (Q032p Schinnen)
|
Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.]
I-8
|