e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebruik gebruik: gebroek (Schinnen), gebrōēk (Schinnen), gewoonte: gewoonte (Schinnen) Een wijze van doen die in meer of minder ruime kring in zwang is [gebruik, gewoonte, gewente, zwang, geplogenheid]. [N 88 (1982)] || gebruik [SGV (1914)] III-3-2
geburen buurt: buurt (Schinnen), naburen: naobərs (Schinnen), naobərə (Schinnen) alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)] III-3-1
gedachtenis nagedachtenis: noagedachtenis (Schinnen) nagedachte [SGV (1914)] III-1-4
gedenken; gedachtenis gedenken: gedènke (Schinnen), gədinkə (Schinnen) terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)] III-1-4
gedoopt worden gedoopt worden: geduip waere (Schinnen), geduipt wière (Schinnen), gedèùp wiēēre (Schinnen) Gedoopt worden. [N 96D (1989)] III-3-3
gedurige aanbidding altijddurende aanbidding: altieddoerende aanbidding (Schinnen) Altijddurende/gedurige aanbidding van het Sacrament des Altaars. [N 96B (1989)] III-3-3
gedwee gedwee: gedwei (Schinnen), gemakkelijk: gəmèkkəlik (Schinnen), gewillig: gewillig (Schinnen) blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)] || gedwee [SGV (1914)] III-1-4
geelgors geelgeuts: gaëlguëtsj (Schinnen) geelgors [Roukens 03 (1937)] III-4-1
geelzucht geel verf: geil verf (Schinnen), gele verf (Schinnen), gêl verf (Schinnen) geelzucht [SGV (1914)] || Geelzucht: ziekte die zich uiterlijk kenmerkt door de gele kleur die de huid aanneemt ten gevolge van de opneming der galkleurstof in het bloed (galzucht, galziekte, geluw, gele verf, geelverf, verf, geelaard, gele ziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
geen rust hebben geen ruhe hebben: gein rauw höbbə (Schinnen) geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4