e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
groei, wasdom schot: eigen spellingsysteem  sjot (Schinnen), wasdom: wasdòm (Schinnen) Groei, wasdom, levenskracht in planten (tier, krots). [N 82 (1981)] III-4-3
groeien groeien: grujje (Schinnen), grø̄i̯ǝ (Schinnen), groter worden: grŏtter wère (Schinnen), wassen: wasse (Schinnen, ... ), wassen (Schinnen), wasǝ (Schinnen) De algemene benaming voor het groter worden van het gewas. Het oude Limburgse woord is wassen; zoals de kaart laat zien, komt de term groeien onder invloed van het Nederlands echter al in bijna heel Limburg voor. Aarden betekent eigenlijk "goed groeien, goede opbrengst laten verwachten", evenals (ge)dijen en tieren in het tweede deel van het lemma. De benaming struiken betekent "een struik vormen" in de uitdrukking "het koren is al goed gestruikt" (Q 111). De opgegeven antwoorden voor "dat gewas ''gedijt'' niet" staan achter in het lemma bijeen. [RND 124; L 32, 13; L 44, 45; monogr.; add. uit A 3, 16; L 4, 16; L A2, 374] || groeien (Je bent nog niet groot genoeg om een flesch wijn leeg te drinken, je moet eerst nog wat groeien en grooter worden.) [DC 03 (1934)] || groeien: Groter worden: in grootte toenemen, gezegd van kinderen (groeien, wassen, profiteren). [N 84 (1981)] || groter worden (Je bent nog niet groot genoeg om een flesch wijn leeg te drinken, je moet eerst nog wat groeien en grooter worden.) [DC 03 (1934)] I-4, III-1-1
groeien, wassen groeien: eigen spellingsysteem  grujje (Schinnen), wassen: wassə (Schinnen), eigen spellingsysteem  wasse (Schinnen), WLD  wasse (Schinnen) Groeien, in grootte toenemen, gezegd van bomen, planten, bloemen (groeien, wassen). [N 82 (1981)] III-4-3
groene berkentak berkenmei: WLD  berkemei (Schinnen), mei: eigen spellingsysteem  meij (Schinnen) Een groene berketak (berkemei). [N 82 (1981)] III-4-3
groente groente: greuntə (Schinnen), eigen spellingsysteem  greunte (Schinnen), WLD  greunte (Schinnen) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] III-2-3
groente, algemeen groente: greuntə (Schinnen), eigen spellingsysteem  greunte (Schinnen), WLD  greunte (Schinnen) De gewassen die door mensen als voedsel worden gebruikt in het algemeen (groente, potazzie). [N 82 (1981)] I-7
groentevrouw groentevrouw: gruintevrouw (Schinnen) groentevrouw [SGV (1914)] III-3-1
grof grof: grōāf (Schinnen) grof [SGV (1914)] III-3-1
grof gebouwd grof: groāf (Schinnen), grooëf (Schinnen) Grof gebouwd: groot, zwaar (struis, grof). [N 84 (1981)] III-1-1
grof gebouwde vrouw ferm pul: ein ferm pul (Schinnen) fors gebouwde vrouw [megochel, schommel] [N 07 (1961)] III-1-1