19979 |
grommen |
grommen:
eigen spellingsysteem
gromme (Q032p Schinnen)
|
Hoe noemt u een dof, laag, grommend geluid voortbrengen, gezegd van honden (grauwelen, gronzen, grommen, grozen, grollen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
33321 |
grond waarop de boerderij staat |
goed:
gōt (Q032p Schinnen)
|
Vaak zijn boerderijen op een natuurlijke lichte verhoging in het terrein gebouwd. Naast de meer algemene benamingen van de plek waarop het bedrijf ligt, vinden we dan ook enkele specifiek op die hoogte betrekking hebbende benamingen. Ze staan achter in het lemma bijeen. [N 5A, 74a; A 10, 1; monogr.]
I-6
|
33674 |
grond, aarde |
aarde:
ē̜rt (Q032p Schinnen),
grond:
gronjtj (Q032p Schinnen)
|
De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.]
I-8
|
30722 |
gronden |
gronden:
grǫnjǝ (Q032p Schinnen)
|
Een grondverflaag aanbrengen. [N 67, 72a]
II-9
|
30759 |
grondpapier |
gazettenpapier:
gǝzętǝpǝpīr (Q032p Schinnen),
grondpapier:
grǫnjtjpǝpīr (Q032p Schinnen)
|
Het papier dat onder het eigenlijke behang wordt aangebracht. Uit het woordtype 'gazettenpapier' blijkt dat ook krantenpapier als grondpapier werd gebruikt. Volgens de invuller uit Q 32 gebeurde dit echter alleen bij arme mensen. [N 67, 92c]
II-9
|
30597 |
grondverf |
grondverf:
gronjtj˲[verf] (Q032p Schinnen)
|
Verf die dient als ondergrond voor een dekverf. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 18b]
II-9
|
24951 |
grondwater |
grondwater:
gronjdwater (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen),
gronjt waatər (Q032p Schinnen),
kwelm:
ook wel zo genoemd.
kwelm (Q032p Schinnen)
|
grondwater, water dat zich in de grond bevindt oa doordat regenwater door de losse bovengrond tot op een harde laag zakt [zakwater, kwelm] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20346 |
grootmoeder |
bes:
de besch = de beste moeder
bɛš (Q032p Schinnen),
grootmoeder:
grootmooder (Q032p Schinnen),
grōətmōdər (Q032p Schinnen)
|
grootmoeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
20345 |
grootouders |
grootouders:
grōətau̯əš (Q032p Schinnen)
|
grootouders [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25007 |
grootte |
grootte:
greude (Q032p Schinnen)
|
grootte [SGV (1914)]
III-4-4
|