e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grommen grommen: eigen spellingsysteem  gromme (Schinnen) Hoe noemt u een dof, laag, grommend geluid voortbrengen, gezegd van honden (grauwelen, gronzen, grommen, grozen, grollen) [N 83 (1981)] III-2-1
grond waarop de boerderij staat goed: gōt (Schinnen) Vaak zijn boerderijen op een natuurlijke lichte verhoging in het terrein gebouwd. Naast de meer algemene benamingen van de plek waarop het bedrijf ligt, vinden we dan ook enkele specifiek op die hoogte betrekking hebbende benamingen. Ze staan achter in het lemma bijeen. [N 5A, 74a; A 10, 1; monogr.] I-6
grond, aarde aarde: ē̜rt (Schinnen), grond: gronjtj (Schinnen) De algemene benaming. [S 1, 7, 11, 42; Wi 52; R III, 5, 6, 7, 8; L A1, 150; Vld.; N 18, add.; monogr.] I-8
gronden gronden: grǫnjǝ (Schinnen) Een grondverflaag aanbrengen. [N 67, 72a] II-9
grondpapier gazettenpapier: gǝzętǝpǝpīr (Schinnen), grondpapier: grǫnjtjpǝpīr (Schinnen) Het papier dat onder het eigenlijke behang wordt aangebracht. Uit het woordtype 'gazettenpapier' blijkt dat ook krantenpapier als grondpapier werd gebruikt. Volgens de invuller uit Q 32 gebeurde dit echter alleen bij arme mensen. [N 67, 92c] II-9
grondverf grondverf: gronjtj˲[verf] (Schinnen) Verf die dient als ondergrond voor een dekverf. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 18b] II-9
grondwater grondwater: gronjdwater (Schinnen, ... ), gronjt waatər (Schinnen), kwelm: ook wel zo genoemd.  kwelm (Schinnen) grondwater, water dat zich in de grond bevindt oa doordat regenwater door de losse bovengrond tot op een harde laag zakt [zakwater, kwelm] [N 81 (1980)] III-4-4
grootmoeder bes: de besch = de beste moeder  bɛš (Schinnen), grootmoeder: grootmooder (Schinnen), grōətmōdər (Schinnen) grootmoeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] III-2-2
grootouders grootouders: grōətau̯əš (Schinnen) grootouders [DC 05 (1937)] III-2-2
grootte grootte: greude (Schinnen) grootte [SGV (1914)] III-4-4