e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lende lende: lenje (Schinnen) lendenen [SGV (1914)] III-1-1
lente, voorjaar vroegjaar: vreugjaor (Schinnen) lente [DC 39 (1965)] III-4-4
lepe, doortrapte kerel fijne, een -: fiene (Schinnen), fîênə (Schinnen) een doortrapte kerel [fijnaard, fijne, leperd] [N 85 (1981)] III-1-4
lepel lepel: leipel (Schinnen) lepel [DC 35 (1963)] III-2-1
leraar leraar: liëraar (Schinnen) een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)] III-3-1
leren beenkap gamasche: [Bet.?]  kamasje (Schinnen) Kent u nog andere productie die de schoenmaker maakt? [N 60 (1973)] III-1-3
leren, studeren studeren: sjtudeire (Schinnen) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
letterzetten letterzetten: lętǝrzętǝ (Schinnen) Letters en cijfers schilderen. [N 67, 82b] II-9
letterzetter letterzetter: lętǝrzętǝr (Schinnen) Penseel waarvan de haarbundel spits toeloopt. Het wordt gebruikt bij het schilderen van naamborden, opschriften etc. [N 67, 42b] II-9
leugen leugen: leuge (Schinnen), leugen (Schinnen), leugə (Schinnen) een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1