e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nageboorte nageboorte: naogebaorte (Schinnen) menselijke nageboorte [N 10C (zj)] III-2-2
nageboorte van de koe bed: bɛt (Schinnen) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nageboorte van het paard bed: bęt (Schinnen) Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55] I-9
nagel nagel: nagel (Schinnen, ... ) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagelbloem (clethra alnifolia) groffelsnagel: groffelsnagel (Schinnen), violet: flette (Schinnen) giroffel (nagelbloem) [SGV (1914)] || nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)] III-2-1
nagisten lageren: lāgǝrǝn (Schinnen), nagisten: nǭgestǝ (Schinnen) Gezegd van bier. De nagisting ondergaan in legervaten, legerkuipen of legertanks. Het woordtype "lageren" (L 290, L 325, P 120, Q 32, Q 95, Q 101) kan zowel overgankelijk als onovergankelijk worden gebruikt. Gezien de formulering van vraag N 35, 80: "Hoe noemt u het eigenlijke nagisten? Het bier moet ..." zijn bovengenoemde opgaven in dit lemma opgenomen. Zie ook het lemma ''legeren''. Het woordtype "nastoten" (Q 20) wordt gebruikt wanneer het bier tijdens de nagisting nog tamelijk hevig gist (Claessen, pag. 2. 45). Volgens de invuller uit P 180 bleef het bier tot zes maanden liggen. [N 35, 80; monogr.] II-2
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grǫu̯mǝt (Schinnen), nagras: nǫgrās (Schinnen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
najaarskatje vuurmuizer: eigen spellingsysteem  vuurmuuzer (Schinnen) Hoe noemt u een in het najaar geboren katje (assiedelleke, toementkatje, tommerkat) [N 83 (1981)] III-2-1
narrenstok marot (<fr.): marot (Schinnen) De narrenstaf [marot]. [N 88 (1982)] III-3-2
nasproeien overschwänzen: ø̄vǝršwɛnsǝ (Schinnen) Water op de omgezette moutmeelresten brengen om ze nog eens te bewerken. [N 35, 40; monogr.] II-2