e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onbewolkt klaar: klaor (Schinnen, ... ), klare lucht: klaor loeeh (Schinnen) onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)] III-4-4
onbruikbaar maken, verbruien bederven: bederven (Schinnen) onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)] III-4-4
onbruikbare voorraad bocht: bóch (Schinnen) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
ondereinde van de stam vot: vòt (Schinnen), eigen spellingsysteem  vot (Schinnen), WLD  vod (Schinnen) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3
ondergisting beierse gisting: beierse gisting (Schinnen), ondergisting: ondergisting (Schinnen) De gisting die optreedt bij temperaturen tussen 5 en 10 graden Celsius. [monogr.] II-2
ondergoed ondergoed: ongergood (Schinnen) Onderkleding. Wat is in uw dialect het gewone woord voor onderkleding? [DC 62 (1987)] III-1-3
onderhands onderhands: ongerhenjs (Schinnen) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: ein sjoon heimd (Schinnen), heimd (Schinnen, ... ) hemd [SGV (1914)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderkraag onderkraag: oŋǝrkrāx (Schinnen) Het onderste gedeelte van de kraag dat niet in het zicht komt. Het materiaal voor de onderkraag is doorgaans dunne maar dichtgeweven stof. Traditioneel wordt hiervoor kleermakersvilt gebruikt (Het Beste Naaiboek, pag. 389). [N 59, 121b] II-7
onderkussen, peluw hoofdpulf: høͅi̯tpøͅləf (Schinnen) peluw [SGV (1914)] III-2-1