e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weerlichten weerlichten: weerlichtə (Schinnen), wäerleeehte (Schinnen), wéérlichte (Schinnen) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weerlichtx weerlicht: weerlicht (Schinnen), zeebrand: ziêbrandj (Schinnen) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] III-4-4
weersgesteldheid weer: weir (Schinnen), wèr (Schinnen) weer [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf werewolf: wêrewouf (Schinnen) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: weis (Schinnen) wees [SGV (1914)] III-2-2
weesgegroet weesgegroet: Weesgegroet (Schinnen), weesgegroet (Schinnen) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weesgegroetkralen weesgegroetkralen: weesgegroet krallen (Schinnen) De Weesgegroet-kralen (53 stuks). [N 96B (1989)] III-3-3
weg weg: wɛx (Schinnen) weg [RND] III-3-1
wegbereiders van de processie bijlenmannetjes: bielemenkes (Schinnen, ... ) De groep (militairen, leden van de schutterij) die in de processie vooruit loopt en de eventuele hindernissen opruimt die de processie op haar weg vindt [bielemaander, bielemennekes]. [N 96C (1989)] III-3-3
wegdassen uitdassen: ūt˱dasǝ (Schinnen) Kwaststrepen in pas aangebrachte verf met behulp van een daskwast wegwerken. [N 67, 76b] II-9