e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

Gevonden: 4527
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dief dief: deef (Schinnen), deif (Schinnen), schelm: sjelm (Schinnen) dief [DC 11 (1942)], [SGV (1914)] III-3-1
dienblad dienblad: dēnblāt (Schinnen), tablet: tableͅt (Schinnen) dienblad [DC 27 (1955)] III-2-1
dienst dienst: deins (Schinnen, ... ) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienst van goede vrijdag goede-vrijdagdienst: goowe vriedig deenst (Schinnen) De "houten mis", de Goede Vrijdagdienst [hultsere Maes]. [N 96C (1989)] III-3-3
dienstplicht moeten doen opmoeten: opmoeten (Schinnen), opmottə (Schinnen) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1
dier, beest dier: deir (Schinnen) dier [SGV (1914)] III-4-2
dij bats: bats (Schinnen, ... ), batse (Schinnen), dik van het been: diek van het bein (Schinnen), dikke van t bein (Schinnen) dij [SGV (1914)] || dij - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] || dijen [SGV (1914)] III-1-1
dijk dijk: diek (Schinnen), dîêk (Schinnen) een weg tussen twee sloten (dijk) [N 90 (1982)] III-3-1
dik sap van steenvruchten koekoeksspijs: eigen spellingsysteem  koekoekssjpies (Schinnen), koekoeksstront: koekoeksjtrònt (Schinnen), stront: eigen spellingsysteem (wijze van beantwoorden wekt enigszns de indruk dat bedoeld is: koekoekssjtront)  sjtront (Schinnen) stijf geworden sap uit steenvruchte (kriekskesspouw, vogelesnot, most, gom, snot, spek, vogelhum, koekoeksbrood, vogelteer). [N 82 (1981)] I-7
dik worden goed dijen: gōt˂ diə (Schinnen), opstijven: opsjtieve (Schinnen), stijven: sjtîêvə (Schinnen) dik worden; Hoe noemt U: Dik worden, gezegd van b.v. pap (dijen) [N 80 (1980)] III-2-3