e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lief lief: leef (Schinveld) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde liefde: leefde (Schinveld, ... ) liefde [SGV (1914)] III-1-4, III-3-1
liefhebben liefhebben: leefhöbbe(n) (Schinveld) liefhebben [SGV (1914)] III-1-4
liefkozen flinsen?: flinsje(n) (Schinveld, ... ), lief houden: leefhaute(n) (Schinveld, ... ), schmeicheln (du.): sjmeechele(n) (Schinveld, ... ) liefkozen [SGV (1914)] III-1-4
liegen liegen: leege(n) (Schinveld) liegen [SGV (1914)] III-3-1
lies lies: lies (Schinveld), lîês (Schinveld), vlim: vlim (Schinveld) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || lies [SGV (1914)] || lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1
lieveheersbeestje smoutwormpje: šmautwürmke (Schinveld) lieveheersbeestje [Roukens 03 (1937)] III-4-2
lievevrouwebedstro onzelievevrouwebedstro: oos lee vrouwe bĕĕdstrue (Schinveld) onzelievevrouwebedstro [SGV (1914)] III-4-3
liggen liggen: likke (Schinveld) liggen [SGV (1914)] III-1-2
lijkbidder aanspreker: aansprêêker (Schinveld) het overlijden aanzeggen; wat is de benaming voor de persoon die dat deed? [VC 30 (1964)] III-2-2