e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtx lucht: loch(t) (Schinveld), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  lòəcht (Schinveld) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4
lucifer zwegel: sjwêgel (Schinveld), zwegeltje: sjwêgelke (Schinveld) lucifer [SGV (1914)] III-2-1
lui vuil: voel (Schinveld) lui (traag) [SGV (1914)] III-1-4
lui (lieden) lui: lūūj (Schinveld), lŭŭj (Schinveld), lyj (Schinveld), mensen: minsje(n) (Schinveld) lui (lieden) [SGV (1914)] || lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || volk [RND] III-3-1
luid schreien grijnen: griene(n) (Schinveld, ... ), janken: janke(n) (Schinveld, ... ), krijten: kriete(n) (Schinveld, ... ) krijten [SGV (1914)] III-1-4
luiden luiden: loewe(n) (Schinveld) luiden [SGV (1914)] III-3-3
luier kindsdoek: kinjsjdook (Schinveld), luier: luier (Schinveld), windel: winjel (Schinveld) luier [SGV (1914)] || luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] III-2-2
luilak faulenzer (du.): voellentser, doas te bis (Schinveld), voellentser, woas te bis (Schinveld), vuiloor: voelōar, doas te bis (Schinveld) luilak [~, die je bent] [SGV (1914)] III-1-4
luisteren luisteren: l"stere (Schinveld) luisteren [SGV (1914)] III-1-1
lurken lurken: lurke (Schinveld) lurken; Hoe noemt U: Hoorbaar zuigen aan een pijp (lurken) [N 80 (1980)] III-2-3