e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
room room: room (Schinveld, ... ), rōm (Schinveld), rōu̯m (Schinveld) Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [DC 39 (1965)], [SGV (1914)] I-11, III-2-3
roos (rosa) roos: rooas (Schinveld), ruəzə (Schinveld) roos [SGV (1914)] || rozen [RND] III-2-1
roosteren roosteren: duits ö  röestere (Schinveld) roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
roosterschuif kalkschuif: kalǝkšȳf (Schinveld) De schuif waarmee de uitstroomopening van de blusbak kan worden afgesloten. Voor de schuif bevindt zich doorgaans een rooster waarmee ongebluste deeltjes in de kalk kunnen worden opgevangen. Dergelijke harde stukjes werden in Q 121 'mannetjeren' ('m'nšǝrǝ') genoemd. [N 30, 32d; monogr.] II-9
rouwsluier aan een hoed sluier: sjluier (Schinveld) rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)] III-2-2
royaal royaal (<fr.): reejaal (Schinveld), rójáál (Schinveld), traktabel: traktabel (Schinveld) gul [SGV (1914)] || royaal [DC 02 (1932)] III-3-1
rozenbottel rozenbottel: rōazebottel (Schinveld) rozenbottel [SGV (1914)] III-4-3
rozijnenbrood rozijnenweg: roziene wék (Schinveld) brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)] III-2-3
rug rug: ruk (Schinveld) rug [SGV (1914)] III-1-1
ruggengraat rugstrang: röksjtrank (Schinveld) rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)] III-1-1