e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
holle steen kalksteen: kalǝkštē (Schinveld) Metselsteen die niet massief is. Holle stenen kunnen diverse vormen en afmetingen vertonen en worden onder meer gebruikt voor gewelven, zolderingen en lichte tussenmuren. Ze worden ook toegepast bij het opmetselen van rookkanalen en luchtkokers. Zie ook afb. 27. Het betreft daar een holle spie- of boogsteen. De woordtypen zwemsteen (L 289) en zwembrik (Q 12) verwijzen naar het feit dat holle stenen licht van gewicht kunnen zijn door het gebruik van poreuze grondstoffen als natuurbims, kunstbims of gegranuleerde hoogovenslakken; als bindmiddel wordt dan hydraulische kalk, cement of een mengsel van beide toegepast. [N 30, 54c] II-8
hommel hommer: hòamer (Schinveld) hommel [SGV (1914)] III-4-2
homp brood homp: hoemp (Schinveld) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3
hond hond: honjdj (Schinveld) hond [SGV (1914)] III-2-1
hondenhok hondsbacht: hóndjsbach (Schinveld) hondenhok [DC 10 (1941)] III-2-1
honing honing: honeŋ (Schinveld) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd hoofd: heujer (Schinveld), heut (Schinveld), kop: kop (Schinveld, ... ), köp (Schinveld) [N 10 (1961)]hoofd [SGV (1914)] || hoofden [SGV (1914)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bolles: bulles (Schinveld), klets: kletsj (Schinveld), knikker: B.v. kale knikker.  knikker (Schinveld) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofddoek plag: zachte k  plak (Schinveld), plaggetje: plekske (Schinveld) hoofddoek [SGV (1914)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdkaas: heutkiees (Schinveld) zult (hoofdkaas) [SGV (1914)] III-2-3