28897 |
paspop |
buste:
byst (P052p Schulen),
mannequin:
manǝkē̜ (P052p Schulen)
|
Pop waarop men gemaakte kleren past. Er zijn verschillende soorten paspoppen, bijv. harnassen van metalen ringetjes die van voren of van achteren kunnen worden gesloten of pasvormen van geprepareerd papier of karton (Morand, pag. 35). Er bestaan echter ook standaard-paspoppen, zowel voor mannen, vrouwen als kinderen. [N 59, 33]
II-7
|
18183 |
passen |
passen:
pasǝ (P052p Schulen)
|
Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.]
II-7
|
28898 |
passpiegel |
spiegel:
spīgǝl (P052p Schulen)
|
Grote spiegel waarin men zich helemaal kan zien, ten voeten uit. [N 59, 34]
II-7
|
23237 |
pastoor |
pastoor (<lat.):
de pastoer (P052p Schulen),
pəstu:r (P052p Schulen),
m
də pastu:r (P052p Schulen)
|
pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)]
III-3-3
|
23296 |
pater |
pater (lat.):
poͅ.tər (P052p Schulen)
|
pater [RND]
III-3-3
|
28941 |
patroontekenen |
tekenen:
tīkǝnǝ (P052p Schulen)
|
Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b]
II-7
|
33562 |
peen, wortel |
poten:
pute (P052p Schulen)
|
I-7
|
33492 |
peer, soorten |
peer:
pēər (P052p Schulen)
|
[ZND 21 (1936)]
I-7
|
20414 |
peetoom |
peternonk:
pe:tɛrnonk (P052p Schulen)
|
peter (doopvader) [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
paat:
pōͅ:ət (P052p Schulen)
|
meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|