e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lastig kind lastige blaag: lastige blaag (Sevenum), ⁄nne làstige blaag (Sevenum), vervelende lummel: vervèlende lummel (Sevenum), zanikboks: sanikbòks (Sevenum) een kind met een lastig karakter [nest, bernuizig kind, erg] [N 85 (1981)] || tot last zijn, kwelling veroorzaken [vervelen, klieren, sarren, tergen, hengelen, kneuten, kneuteren, donderjagen, moesjanken,vernooien, verleden] [N 85 (1981)] III-1-4
lastigvallen ophouden: op-hòije (Sevenum), oponthoud (zn.): op⁄enthaud (Sevenum), plagen: plaòge (Sevenum) iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] III-3-1
lat lat: lat (Sevenum) In het algemeen een gezaagde strook hout met geringe breedte en dikte. [N 50, 73e; N 50, 74a; monogr.] II-12
laten laten: loaten (Sevenum) laten [SGV (1914)] III-1-2
laten uitvliegen loslaten: lòs laote (Sevenum) Hoe zegt men: de duiven eens laten uitvliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
laten wijden inzegenen: inzaegene (Sevenum), laten zegenen: laote zaegene (Sevenum), loate zaegene (Sevenum, ... ), zegenen: zaegene (Sevenum, ... ) Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)] III-3-3
latwerk hort: hǭrt (Sevenum) Latwerk dat op de berries van de kruiwagen gelegd werd, ten einde het laadvlak te vergroten. [N 18, 101; JG 1d] I-13
lauw weer voos (weer): fōēs (Sevenum) warm noch koud, gezegd van het weer [lauw, voos] [N 81 (1980)] III-4-4
lawaai maken baljoeteren: boljoeteren (Sevenum), boljuutere (Sevenum) lawaai, herrie maken [laweiten, laweit maken, gellen] [N 91 (1982)] III-4-4
lawaai, herrie herrie: herrie (Sevenum, ... ), spektakel: spektakel (Sevenum, ... ) een dooreenmengeling van sterke geluiden [leven, herrie, geweld, lawaai, spektakel, rumoer] [N 91 (1982)] III-4-4