e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
moederloos veulen lepper: lɛpǝr (Sevenum) Veulen dat met een melkfles grootgebracht wordt. [N 8, 6] I-9
moedervlek moedervlek: mooder-vlek (Sevenum), moodervlek (Sevenum) Moedervlek: een aangeboren bruine vlek op de huid (moedermaal, peperkoor, pepervlek). [N 84 (1981)] III-1-1
moedig (zijn) kloek: klook (Sevenum, ... ) moed hebbend, onbevreesd [durvig, moedig] [N 85 (1981)] III-1-4
moedig en opgewekt goedsgemoeds: gǫtsgǝmuts (Sevenum), vriendelijk: vrendǝlǝk (Sevenum) Gezegd van energieke en levendige paarden. [JG 1a; N 8, 64j] I-9
moeilijk ademhalen hijgen: hiëge (Sevenum) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: moeilijk ademhalen? [N 93 (1983)] III-3-2
moeilijk vooruitkomen strobbelen: stroeppele (Sevenum) lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)] III-1-2
moeite moeite: moote (Sevenum) moeite; hij geeft zich moeite [DC 03 (1934)] III-1-4
moer konijn: kniën (Sevenum), moer: mōr (Sevenum) konijn, vrouwtje [DC 04 (1936)] III-2-1
moeras moeras: murǭs (Sevenum), zomp: zōmp (Sevenum) Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
moestuinx hof: hōͅ.f (Sevenum, ... ), hōͅf (Sevenum), hoͅf (Sevenum) [DC 03 (1934)] [N 05A (1964)] [N 11A (zj)] [SGV (1914)] I-7