25106 |
betrekken (lucht) |
betrekken:
de loogt betrèkt (L266p Sevenum),
de lōōgt betrèkt (L266p Sevenum),
werken:
de loog werkt (L266p Sevenum)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] || eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18157 |
betten van een wonde |
baden:
bèjje (L266p Sevenum),
béjje (L266p Sevenum)
|
lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22421 |
beugelen |
beugelen:
beugele (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22422 |
beugelring |
poort:
port (L266p Sevenum),
ring:
rink (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18378 |
beugeltas |
beugeltas:
beugeltas (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
tas, sierlijke ~ met beugel die men s zondags op de overrok draagt [beugeltes] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24561 |
beuk |
beuk:
beuk (L266p Sevenum),
beukenboom:
-
beukeboëm (L266p Sevenum),
fiktus:
-
fiktus (L266p Sevenum),
rode beuk:
ps. boven de oë moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter kan ik niet in zn geheel maken!
roët-beuke (L266p Sevenum),
witte beuk:
wit-beuke (L266p Sevenum)
|
beuk [SGV (1914)] || beuk (Fagus) [DC 39 (1965)] || Welke soorten onderscheidt U? de rode beuk [N 50 (1972)] || Welke soorten onderscheidt U? de witte beuk [N 50 (1972)]
III-4-3
|
24468 |
beukennootje |
beukennootje:
-
beukenötjes (L266p Sevenum)
|
beukennootje [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
21023 |
beurs |
onder de orgel:
ondger den urgel (L266p Sevenum)
|
De ruimte achter in de kerk, tussen de laatste bank en de deur van het kerkportaal [de beurs?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
20180 |
bevallen |
een kindje krijgen:
n kiendje kriëge (L266p Sevenum),
een kleine krijgen:
enne kleine kriege (L266p Sevenum),
ne kleine kriëge (L266p Sevenum),
wat jongs krijgen:
wét jòngs krijgen (L266p Sevenum)
|
Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19259 |
bevel |
aanzegging:
aanzegging (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
bevel:
bevel (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
commanderen (<fr.):
còmmendere (L266p Sevenum),
kommandeere (L266p Sevenum)
|
bevel [SGV (1914)] || een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|