20414 |
peetoom |
peetoom:
paetoeëme (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
pieətuuəm (L266p Sevenum),
peter:
paeter (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
peter (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
pèèter (L266p Sevenum)
|
de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
geul:
geul (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
geultant:
geultant (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
meter:
mèèter (L266p Sevenum),
peetmeu:
cf. WNT s.v. "meu". Zie moei; cf. VD s.v. "meu"zie moei en meui; cf. VD s.v. "meu(i), meuje
pieətmeuw (L266p Sevenum),
peettant:
pieəttant (L266p Sevenum)
|
de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
32456 |
peg |
peg:
pęx (L266p Sevenum)
|
Houten pennetje waarmee het zoolbeslag onder het loopvlak van de klomp wordt vastgezet. In Weert (L 289) en omgeving werd voor het maken van de peggen hout gebruikt dat hondshout (hoŋshǫwt) of hondkersenhout (hoŋkø̜rsǝhǫwt) werd genoemd. In Gennep (L 164) en omgeving was het onder de benaming klompenpinnenhout (klōmpǝpenǝhōlt) bekend. [N 24, 71, add.; monogr.]
II-12
|
26915 |
peilen |
peilen:
pęjlǝ (L266p Sevenum)
|
Onderzoeken hoe dik de veenlaag is. Voor een goede planning van het graven moet dit peilen gebeuren. Men krijgt door te boren inzicht in de dikte van de veenlagen, hun gelaagdheid, de mogelijkheid van exploitatie en het mogelijke rendement. [II, 8]
II-4
|
30885 |
pekdraad |
pekdraad:
pɛkdrǭt (L266p Sevenum)
|
De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39]
II-10
|
17717 |
penis |
piemel:
piemel (L266p Sevenum)
|
mannelijke geslachtsorgaan [gemach, gemaacht] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
20842 |
peper |
peper:
pēͅpər (L266p Sevenum),
pɛ̄pər (L266p Sevenum)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22893 |
periode van de ijsheiligen add. |
strenge heren regeren niet lang:
streng hieren regeren nit lang (L266p Sevenum)
|
periode van de ijsheiligen [VC 33 (1967)]
III-3-2
|
17911 |
persen |
arbeiden:
arbeiden (L266p Sevenum),
persen:
parse (L266p Sevenum)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] || persen [SGV (1914)]
I-11, III-1-2
|