| 21360 |
rentmeester |
rentmeester:
Opm. de e (van rent) ligt tussen ´ en Ô.
rentmeister (L266p Sevenum)
|
rentmeester [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 25095 |
repareren |
lappen:
lapǝ (L266p Sevenum),
oplappen:
oplappe (L266p Sevenum),
oplàppe (L266p Sevenum)
|
Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] || repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
II-10, III-4-4
|
| 24548 |
reseda |
reseda:
WBD
rezeda (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
WLD
reezeda (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
[N 92 (1982)]Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
| 20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (L266p Sevenum),
klétske (L266p Sevenum)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 24302 |
restant vissen |
fuik:
foeək (L266p Sevenum),
net:
net (L266p Sevenum),
snoek:
snook (L266p Sevenum),
snoek (mv.):
sneuk (L266p Sevenum)
|
fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)]
III-4-2
|
| 24230 |
restant vogels |
jonge spreeuwen:
jong spraone (L266p Sevenum),
mannetje:
mènke (L266p Sevenum),
overgebracht van wijfje naar mannetje (066b)
mènke (L266p Sevenum),
vliegen:
vleege (L266p Sevenum),
wijfje:
wiefke (L266p Sevenum),
overgebracht van mannetje naar vrouwtje (066a)
wiefke (L266p Sevenum)
|
jong van de spreeuw [DC 06 (1938)] || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)] || vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 24295 |
restant zoogdieren |
das:
das (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
des (L266p Sevenum),
wild:
wild (L266p Sevenum)
|
das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || wild [SGV (1914)]
III-4-2
|
| 23674 |
retraite |
retraite (fr.):
retraet (L266p Sevenum),
retraite (L266p Sevenum)
|
Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23677 |
retraitehuis |
retraitehuis:
retraetenhoes (L266p Sevenum),
retraitehoes (L266p Sevenum)
|
Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18085 |
reumatiek |
reumatiek:
rummatiek (L266p Sevenum),
rùmmetīek (L266p Sevenum),
vliegende vaan:
vleegende vaan (L266p Sevenum)
|
Reumatiek: aandoening van spieren en gewrichten met veel pijn (flerecijn, rumatis, vliegende vaan, rimmetiek, krimmetiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|