33585 |
schorseneer |
schorseneer:
schuseneer (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u: schorseneer (scorzonera hispanica - fam. compositae) [N 71 (1975)]
I-7
|
25069 |
schortvol |
slip:
slùp (L266p Sevenum),
slipvol:
⁄n slup (L266p Sevenum)
|
de hoeveelheid die men in één keer in zijn schort kan vervoeren [schoot, schortvol, slip] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21367 |
schot |
schot:
schôt (L266p Sevenum)
|
schot [SGV (1914)]
III-3-1
|
19506 |
schotel |
schotel:
(doffe o) Waar de gerechten in opgediend worden.
schottel (L266p Sevenum)
|
schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19508 |
schoteltje |
schoteltje:
schuttelke (L266p Sevenum)
|
schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
17637 |
schouder |
schouder:
schouwer (L266p Sevenum),
schouwers optrekke (L266p Sevenum)
|
schouder [SGV (1914)] || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17638 |
schouderblad |
schouderblad:
schou-erblaat (L266p Sevenum),
schouwerblaad (L266p Sevenum)
|
Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18679 |
schoudermanteltje |
pelerinetje (<fr.):
pellerienke (L266p Sevenum)
|
schoudermanteltje [pelderien, pellerien] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33059 |
schoven binden |
binden:
beŋǝ (L266p Sevenum)
|
Het werk van de binder die achter de zichter aankomt en die om de hoeveelheid halmen die de zichter afgetrokken heeft twee (soms ook één) banden doet en zo de garven, gebonden schoven, maakt. Wanneer het graan met de zeis gemaaid wordt en de aflegger achter de maaier aankomt, worden het "afleggen", het "vormen" en het "binden" vaak in één doorgaande handeling uitgevoerd. Jassen en kassen worden (elders) ook gebruikt voor het opzetten en samenbinden van de korenhokken, zie het lemma ''schoven opzetten in een hok'' (4.6.13). De volgorde van de varianten van het type binden is: a. consonantcluster: -nd-/-ndj-/-]d, -n-, -nj-, -]-; b. vocalisme: -e-, -ę-, -ęi̯-, -ē-, -i-.' [N 15, 15d, 15e2 en 20; JG 1a, 1b; A 23, 16.2; L 1 a-m; L 1u, 15; L 48, 34.2; Lu 1, 16.2, Lu 2, 34.2; monogr.]
I-4
|
33124 |
schoven ontbinden |
losmaken:
lǫsmākǝ (L266p Sevenum)
|
Voordat men met het eigenlijke dorsen begint, worden de banden van de schoven losgemaakt. Eerst wordt tenminste de kopband weggenomen van de bovenste laag van het bed. De zegsman van L 294 gaf dit uidrukkelijk op. Maar het komt ook voor dat men de schoven pas ontbindt als men een tijdje gedorst heeft, voordat men de schoven voor de eerste keer keert of opschudt. Dat laatste is steeds in het onderstaande lemma aangegeven. De zegslieden maakten wel melding van dit gebruik zonder het evenwel te benoemen in L 265, 422, 427, 429a, P 107a, 175, Q 14, 77, 78, 99* en 111. [N 14, 23 a en b; monogr.]
I-4
|