33416 |
schuurpoort |
schuurdeur:
sxø̄rdø̜̄r (L266p Sevenum)
|
De grote dubbele deur die toegang geeft tot de schuur en de mogelijkheid biedt met de oogstwagens tot op de dorsvloer te rijden. Meervoudige opgaven benoemen de beide poortvleugels. Voor de behandeling van de namen van de poortvleugels en van het sluitwerk van de poort zie de paragraaf over de grote toegangspoort van de boerderij, par. 4.1. Zie ook het lemma "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en, voor de benaming dendeurtje, ook het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.12). Vergelijk ook de betekeniskaart van poort "schuurpoort" en "hek" in de aflevering over de landerijen (I.8). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 12 bij het lemma "schuur" (3.1.1). [N 5A, 51a; N 4, 37; JG 1a en 1b; A 10, 7b; Gwn 4, 10; monogr.]
I-6
|
31146 |
schuurrol |
schuurband:
sxōrbaŋt (L266p Sevenum)
|
Rol met schuurpapier, onderdeel van de gecombineerde machine. [N 60, 243c]
II-10
|
19369 |
schuurtje |
schopje:
schöpke (L266p Sevenum),
schuurtje:
schurke (L266p Sevenum)
|
schuurtje [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
19063 |
schuw |
schuw:
WLD
schōōw (L266p Sevenum),
schòw (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u vreesachtig, schrikachtig, gezegd van dieren (schuw, schouw) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
34522 |
seksen |
seksen:
sɛksǝ (L266p Sevenum)
|
Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b]
I-12
|
20962 |
selderij |
selderie:
selderie (L266p Sevenum),
WLD
selderie (L266p Sevenum),
seldrie (L266p Sevenum)
|
Hoe noemt u: een kruid dat bij andere groenten gedaan wordt om de smaak te verbeteren (specerijplant, toekruid) [N 71 (1975)] || Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)]
I-7
|
24035 |
seminarie |
seminarie (<lat.):
semenarie (L266p Sevenum)
|
Het seminarie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19778 |
sering |
nagelbloem:
add. lijst Sevenum (L 266) bij N92
naagel-bloome (mv.) (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
JK te lezen als n--
hagelbloom (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
WLD Additie: sering
naagel-bloome (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
[N 92 (1982)] [SGV (1914)]sering [N 92 (1982)], [N 92 (1982)], [SGV (1914)]
I-7, III-4-3
|
29403 |
sierbloemen |
zijden bloemen:
zi-jǝ blōmǝ (L266p Sevenum)
|
Kunstbloemen op de sierkrans van de muts. [N 61, 12a]
II-7
|
18681 |
sierlijke omslagdoek |
neusdoek:
nuizik (L266p Sevenum)
|
omslagdoek, sierlijke ~ met franjes, thans nog wel in gebruik als kapstok- of tafelkleedje [draadjesneusdoek, fraanjeldook] [N 23 (1964)]
III-1-3
|