33793 |
teelballen, testes |
bollen:
bø̜l (L266p Sevenum),
kloten:
klōǝtǝ (L266p Sevenum)
|
[JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38]
I-9
|
33791 |
teellid |
schacht:
sxaxt (L266p Sevenum)
|
Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b]
I-9
|
33794 |
teelzak |
klootzak:
klōǝtzak (L266p Sevenum)
|
[JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a, 37b en 38]
I-9
|
17680 |
teen |
teen:
tieən (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum),
tīǝn (L266p Sevenum)
|
Het voorste deel van de klompholte. [N 97, 38] || teen [SGV (1914)] || tenen [SGV (1914)]
II-12, III-1-1
|
32407 |
teenmes |
teenhaak:
tīǝnhǭk (L266p Sevenum
[(met lange steel)]
),
teenmes:
tīǝnmɛs (L266p Sevenum)
|
Bodemmes waarvan het snijdend gedeelte vrij smal is en waarvan de opwaarts gebogen punt spits toeloopt. Soms is dit deel van het blad ook tot een lichte haak omgebogen. Het mes dient om de teenholte van de geheulde klomp ruimer te maken en af te werken. De steel van het mes is lang en rust tijdens het werken op de schouder van de klompenmaker. [A 29a, 8a; A 29a, 10a; A 29a, 10c; A 29a, 12a-b; A 29a, 15c; Bakeman 9; monogr.]
II-12
|
31131 |
teenstuk |
teenstukje:
tiǝnstøkskǝ (L266p Sevenum)
|
Reparatielapje onder de schoenzool, aan de teen. [N 60, 233d]
II-10
|
18483 |
teenstuk [wld ii.10, p. 60] |
teenstukje:
tieënstukske (L266p Sevenum)
|
Het lapje onder de schoenzool, aan de teen (teenstuk, stootlap, stuitstuk) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
33850 |
tegelijkertijd galopperen en draven |
ketteren:
kɛtǝrǝ (L266p Sevenum)
|
Gelijktijdig galopperen en draven, bijv. met de voorpoten galopperen en met de achterbenen draven, ofwel afwisselend draven en galopperen. De correspondenten kennen hiervoor weinig specifieke woorden: enkel fetteren en springen. Er komen wel een aantal klanknabootsende woorden voor in de betekenis "snel, wild lopen". [N 8, 20, 81c en 81e]
I-9
|
27013 |
tegemoet kruien |
tegenkruien:
tēgǝkrø̜jǝ (L266p Sevenum)
|
Als men over een grote afstand de turf naar het schip moet kruien, kruit men vanaf het schip de andere kruier tegemoet. [II, 74]
II-4
|
22429 |
tegen de bal schoppen |
schoppen:
schuppe (L266p Sevenum, ...
L266p Sevenum)
|
Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|