e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

Gevonden: 6012
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bussel kort stro kromme bos: krǫmǝ bus (Sevenum) Wanneer men het stro bijeengebonden heeft, ligt het graan op de dorsvloer, nog vermengd met eindjes kort stro, lege aren en kaf. Men harkt dan eerst de korte eindjes stro bijeen, en stopt deze in een bussel. Hier staan de benamingen voor deze bussel stro met harksel erin bijeen. [N 14, 29 en 33; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 48, 34.3b; Lu 2, 34.3b; monogr.; add. uit N 14, 25 en 28] I-4
bussel uitgedorst stro bos: bus (Sevenum), schoof: sxuǝf (Sevenum) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
bustehouder bustehouder: bustehouer (Sevenum) bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)] III-1-3
buur nabuur: naober (Sevenum, ... ) iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurman nabuur: naober (Sevenum, ... ), noabere (Sevenum) buurman [SGV (1914)] || iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)] III-3-1
buurt naburen: in de noabere (Sevenum), nabuurschap: naoberschap (Sevenum, ... ) buurt (in de ~) [SGV (1914)] || het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)] III-3-1
buurt: in de buurt dichtbij: dōn beej (Sevenum) buurt (in de ~) [SGV (1914)] III-3-1
buurten collationeren (<fr.): vgl. Venlo Wb. (pag. 165): klasjenere, n gesprek voeren.  klasjeneere (Sevenum), klàsjenere (Sevenum), praten: ōēt goan proate (Sevenum) buurten (wij gaan ~) [SGV (1914)] || de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] III-3-1
calvarieberg op het kerkhof calvarieberg: calvarieberg (Sevenum), calvariegroep: calvariegroep (Sevenum) De beeldengroep op het kerkhof, bestaande uit Jezus aan het kruis en aan weerskanten daarvan Maria en Johannes [Calvariegroep, kruisgroep, Calvarieberg?]. [N 96A (1989)] III-3-3
calèche -&gt; rijtuig rijtuig: rie-tuug (Sevenum), rietuug (Sevenum) een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)] III-3-1