e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaf karaaf: karaf (Siebengewald) De ronde blok in het midden van het wiel waardoor de as steekt en dat met de velg verbonden is via de spaken. Ter versterking worden er naafbanden rond aangebracht. Zie ook de lemmata middennaafbanden, muilband en achternaafband in II.11. [N 17, 58, 40, 50b; N G, 43; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; L 20, 20a; L 39, 21; A 4, 20a; monogr.] I-13
naaien naaien: nęjǝ (Siebengewald) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
naampatroon naamheilige: naamhèllige (Siebengewald) Een naampatroon, de heilige naar wie men is genoemd [namenspatroeën]. [N 96C (1989)] III-3-3
naar de mis gaan mis horen: mis huuere (Siebengewald) De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
naaste naaste: noste (Siebengewald) Je/uw naaste, evennaaste, evenmens [naoste, nôste, èèvemins]. [N 96D (1989)] III-3-3
nabidden nabeden: naobeeje (Siebengewald) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nachtmis nachtmis: nachtmis (Siebengewald) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtvlinder mot: motten (Siebengewald) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nageboorte nageboorte: nageboorte (Siebengewald) nageboorte van de mens; hoe noemde men vroeger - -? [DC 33 (1961)] III-2-2
nageboorte van de koe bocht: bǫxt (Siebengewald) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11