e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ingezaaid land klaar: klǭr (Siebengewald) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
inktpot inktpot: inktpot (Siebengewald) inktpot [DC 14 (1946)] III-3-1
inspannen voorspannen: vørspanǝ (Siebengewald) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
jaargetijde jaargetijde: jaorgeteij (Siebengewald) Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
jas: algemeen jas: jas (Siebengewald) Zijn jas is helemaal vaal, op die van mij zitten vale plekken [DC 42B (1967)] III-1-3
jezuïet jezuet: jezewie (Siebengewald) Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)] III-3-3
jong van een dier jong: joŋ (Siebengewald), klein diertje: klièn diereke (Siebengewald) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2
jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Siebengewald), sikje: sekskǝ (Siebengewald) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge koorzanger zangertje: zengerke (Siebengewald) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jongen jong: jong (Siebengewald), jongen: jònge (Siebengewald) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2