33017 |
ingezaaid land |
klaar:
klǭr (L192a Siebengewald)
|
Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.]
I-4
|
21414 |
inktpot |
inktpot:
inktpot (L192a Siebengewald)
|
inktpot [DC 14 (1946)]
III-3-1
|
34001 |
inspannen |
voorspannen:
vørspanǝ (L192a Siebengewald)
|
Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74]
I-10
|
23514 |
jaargetijde |
jaargetijde:
jaorgeteij (L192a Siebengewald)
|
Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (L192a Siebengewald)
|
Zijn jas is helemaal vaal, op die van mij zitten vale plekken [DC 42B (1967)]
III-1-3
|
24097 |
jezuïet |
jezuet:
jezewie (L192a Siebengewald)
|
Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
joŋ (L192a Siebengewald),
klein diertje:
klièn diereke (L192a Siebengewald)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]klein beestje [DC 37 (1964)]
I-11, III-4-2
|
34448 |
jonge geit |
lammetje:
lɛmkǝ (L192a Siebengewald),
sikje:
sekskǝ (L192a Siebengewald)
|
[N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.]
I-12
|
23569 |
jonge koorzanger |
zangertje:
zengerke (L192a Siebengewald)
|
Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20159 |
jongen |
jong:
jong (L192a Siebengewald),
jongen:
jònge (L192a Siebengewald)
|
jongen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|