21419 |
kwartje |
kwartje:
kwartje (L192a Siebengewald)
|
kwartje: Hier heb je een kwartje voor een ijsje [DC 41 (1966)]
III-3-1
|
19105 |
kwezel |
kwezel:
kwezel (L192a Siebengewald)
|
Een bidziel, bidmens, kwezel, overdreven vrome persoon. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23736 |
kwezelachtig |
kwezelachtig:
kwezeleechtig (L192a Siebengewald)
|
Kwezelachtig. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23580 |
kyrie eleison |
kyrie:
kyrie (L192a Siebengewald)
|
Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18301 |
laars tot of boven de knie |
stevel:
stevels (L192a Siebengewald)
|
Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
ət lēͅstə ēvaŋgelī (L192a Siebengewald)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23506 |
laatste mis |
snapmisje:
snapmeeske (L192a Siebengewald)
|
De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
lééste oordeel (L192a Siebengewald)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
31215 |
lagerkussen |
lagerkussen:
lāgǝrkøsǝ (L192a Siebengewald)
|
In het algemeen een metalen blok waarin de as van een tandrad, vliegwiel, etc. rust en ronddraait. [N 33, 246]
II-11
|
18147 |
lam |
lammetje:
lɛmkǝ (L192a Siebengewald)
|
Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.]
I-12
|