id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33640 | landerijen | land: lānt (Siebengewald) | Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8 |
32822 | landrol | ijzeren welboom: īzǝrǝ [welboom] (Siebengewald), welboom: wɛlbǫm (Siebengewald) | De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2 |
24418 | langpootmug | hooiwagen: höiwagen (Siebengewald) | langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2 |
25079 | langzaam, traag | langzaam: langzaam (Siebengewald) | langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4 |
31291 | lasapparaat | lasapparaat: las˱aparāt (Siebengewald) | In het algemeen een toestel om te lassen. Zie ook de toelichting bij het lemma "wellen, lassen". Met de meer algemene woordtypen lasapparaat, schweissapparat (d.) en laspost zal wel vaak een autogeen lasapparaat bedoeld worden. Zie ook afb. 42. [N 33, 188-189; monogr.] II-11 |
31292 | lasbrander | lasbrander: las˱brandǝr (Siebengewald) | Lasapparaat dat bestaat uit een metalen buis met tuitvormig mondstuk en twee toevoerleidingen, één voor de brandstof en één voor het verbrandingsmiddel (meestal zuurstof). Als brandstof kan waterstof, lichtgas of acetyleengas worden gebruikt. Zie ook afb. 43. [N 33, 190; monogr.] II-11 |
31296 | laskap, lashelm | laskap: laskap (Siebengewald) | Metalen kap met donkergroen ruitje waarmee tijdens het elektrisch lassen hoofd en ogen tegen straling en metaalspetters beschermd worden. De laskap wordt met één hand vastgehouden, de lashelm wordt op het hoofd gezet. Zie ook afb. 46. [N 33, 192] II-11 |
31294 | lastafel | lastafel: lastǫfǝl (Siebengewald) | Tafel waarvan het werkblad is bekleed met een staalplaat van ongeveer 6 mm dik, waarop laswerkzaamheden worden uitgevoerd. Bij elektrisch lassen kan aan de lastafel ook de massaklem van de lastransformator worden aangesloten. [N 33, 380] II-11 |
23752 | laten wijden | christoffelzegenen: christoffel zēͅgənə (Siebengewald), inzegenen: ienzēͅgənə (Siebengewald), zegenen: zēͅgənə (Siebengewald, ... ) | Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)] III-3-3 |
20479 | leeftijd, ouderdom | leeftijd: gej lopt nog flink vur oewe léftied (Siebengewald) | U loopt nog flink voor iemand van uw leeftijd. [DC 39 (1965)] III-2-2 |