e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kegels (mv.) kegels: miti kɛgəls wörtər nimɛr gespö.lt (Siebengewald) met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: keͅldər (Siebengewald) kelder [RND] III-2-1
kelk miskelk: meͅskɛlk (Siebengewald) De kelk, de misbeker [kelk, kelch, mèskelk?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kelkdoekje kelkdoekje: kelkduukske (Siebengewald) Het kelkdoekje [kelkduukske, -deukske, kelchduchsje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kelklepeltje kelklepeltje: kelkleepeltje (Siebengewald) Het kelklepeltje. [N 96B (1989)] III-3-3
kennen kennen: kênne (Siebengewald) kennen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
kerel kerel: kɛ.l (Siebengewald) kerel [RND] III-3-1
keren omdraaien: ømdrɛ̄i̯ǝ (Siebengewald), omkippen: ømkipǝ (Siebengewald) Als men heen en weer ploegt, moet men aan het einde van iedere voor het (de) paard(en) met de ploeg laten draaien, om langs de juist geploegde voor verder te ploegen. Bij de modernere wentelploegen wordt bij het draaien het dubbele ploeglichaam omgekeerd. Bij de oude keerploeg moest men bij het keren het riester en gewoonlijk ook het kouter omzetten. [N 11, 63; N 11A, 98f + 98g + 123c; JG 1a; div.; monogr.] I-1
kerk kerk: kerk (Siebengewald) De kerk, het kerkgebouw [kèrk, krèk, kirk, kirch]. [N 96A (1989)] III-3-3
kerkbank kerkbank: keͅrkbāŋk (Siebengewald) Één zon bank. [N 96A (1989)] III-3-3