e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tonen laten zien: losse zie (Simpelveld), zeigen (du.): tseegə (Simpelveld) tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: tsong, vgl. du. Zunge  tsòng (Simpelveld) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
toonbank schenkbank: schinkbank (Simpelveld), teek: Van Dale: III. teek, (gew.) tapkast.  tiek (Simpelveld) toonbank [SGV (1914)] III-3-1
tornen losmaken: lǫsmāxǝ (Simpelveld), lossnijden: losšni-jǝ (Simpelveld) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif lachduif: lachdoef (Simpelveld, ... ) Tortelduif. III-3-2
touwtjespringen koordspringen: koadsjpringe (Simpelveld) Touwtje springen. III-3-2
traag traag: troag (Simpelveld) traag [SGV (1914)] III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): trakteere (Simpelveld) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1
tranende ogen leepse ogen: LV leeps ogen bij leepse ogen (*leepsogen) omwille van adj.status.  mit lepsj ooge (Simpelveld) leepogig [SGV (1914)] III-1-1
trant manier van gaan: maneer van gao (Simpelveld) gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)] III-1-2