e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weduwnaar widman: witman (Simpelveld) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2
weefsel, stof stof: sjtof (Simpelveld) stof (étoffe) [SGV (1914)] III-1-3
weegtoestel voor ijzer bascule: baskȳl (Simpelveld) In dit lemma zijn de antwoorden bijeengeplaatst op vraag N 33, 208: "De weegschaal die gebruikt wordt om zwaar ijzerwerk te wegen." De benamingen in het lemma duiden verschillende weegtoestellen aan. De woordtypen bascule, pondel en unsel zijn specifiek van toepassing op een weegwerktuig met ongelijke armen, waarmee men, door met een klein gewicht aan de lange arm heen en weer te schuiven, een grote last, die aan de korte arm hangt, kan wegen. [N 33, 208] II-11
weelde luxe: loeks (Simpelveld) weelde [SGV (1914)] III-3-1
weerlichten blitsen: blitsə (Simpelveld), weerlichten: weerlichtə (Simpelveld) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4
weerlichtx zeebrand: zieəbrank (Simpelveld) bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wêr (Simpelveld) weer [SGV (1914)] III-4-4
weerwolf weerwolf: wêrwoof (Simpelveld) weerwolf [SGV (1914)] III-3-3
wees wees: wees (Simpelveld) wees [SGV (1914)] III-2-2
weg weg: wɛx (Simpelveld) weg [RND] III-3-1