e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hete bliksem hemel en aarde: himmel en eëd (Simpelveld, ... ) appelen en aardappelen || hete bliksem III-2-3
heten heten: heesje (Simpelveld) heeten [SGV (1914)] III-2-2
heup heup: huf (Simpelveld), hùf (Simpelveld) heup [SGV (1914)] || heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
heupjicht ischias: ísjias (Simpelveld) Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)] III-1-2
heuvel, kleine hoogte heuvel: huevel (Simpelveld), hūūvəl (Simpelveld), ingə huuvəl (Simpelveld), hoogte: huegdə (Simpelveld), huugde (Simpelveld), huugdə (Simpelveld) heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)] || hoogte [SGV (1914)] || hoogte, vlak stuk land dat hoger gelegen is dat het omliggende land [verhoogsel] [N 81 (1980)] III-4-4
hiel vers: véəš (Simpelveld), vêsj (Simpelveld) hak (hiel) [DC 01 (1931)] || hiel, hak [SGV (1914)] III-1-1
hijgen gijgen: jèchə (Simpelveld), snappen: sjnappe (Simpelveld) hijgen (naar adem) [SGV (1914)] || Hijgen: zwaar, hoorbaar ademen (hijgen, snakken). [N 84 (1981)] III-1-2
hinderen generen (<fr.): geneere (Simpelveld), hinderen: hingere (Simpelveld) hinderen [SGV (1914)] III-3-1
hinkelen hikken: hikke (Simpelveld) 2. Hinkelen (spel). III-3-2
hinken hinkelen: hinkələ (Simpelveld), hinken: hinke (Simpelveld) hinken, op een been springen [SGV (1914)] || Hinken: op één been voortspringen (hinken, hinkelen, hompen). [N 84 (1981)] III-1-2