e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aren lezen zomeren: zø̄mǝrǝ (Sittard) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
arend van de zeis ang: ãŋ (Sittard) Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.] I-3
armband bracelet (fr.): brasselët (Sittard), slavenband: Van Dale: slavenarmband, slavenband, stijve gladde armband met scharnier en slot. WNT: slavenband, gladde ringvormige armband.  sjlavebandj (Sittard) armband || band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3
armbestuur armbestuur: ermbesjtuur (Sittard) de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1
armenbanken vrije plaatsen: vrie plaatsje (Sittard) De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)] III-3-3
armoedig armoedig: ermuidig (Sittard), Note v.d. invuller (zie laatste bladzijde, onderaan):  ermuidich (Sittard) armoedig [SGV (1914)] || niet hebben waaraan men grote behoefte heeft, ontberen [derven] [N 89 (1982)] III-3-1
armvol armvol: eine erm vol huij (Sittard), eine ermvol huij (Sittard), einen ervel (Sittard), einen ervel höj (Sittard), ennen ervel höj (Sittard, ... ), ervel (Sittard, ... ), ervel höj (Sittard), evvel höj (Sittard), hervel höj (Sittard), hęrvǝl (Sittard), ɛrvǝl (Sittard), ɛrǝmvǫl (Sittard), ⁄nen hervel hui (Sittard), handvol: en hampfel hö‧j (Sittard), hampfǝl (Sittard), wis: ein wösj hui (Sittard), wø̜š (Sittard) armvol || armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
arresteren arresteren (<fr.): arresteren (Sittard) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1
as van het vuur assen: esje (Sittard) as III-2-1
asarm schenkel: (mv)  šęŋkǝls (Sittard) Elk van de uiteinden van de as die door de naven steken. Een asarm is steeds van metaal. [N 17, 53; N G, 48d; monogr] I-13