e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleine bouwladder leddertje: lø̜dǝrkǝ (Sittard) Kleine ladder van ongeveer 1.75 m lengte die voornamelijk wordt gebruikt voor het werk binnenshuis. [N 32, 9b; monogr.] II-9
kleine hoeveelheid eten beetje: bietske (Sittard), (= een beetje).  bitsjke (Sittard), greumeltje: greumelke (Sittard), hapje: hepke (Sittard), hoopje: huipke (Sittard), kits eten: kits aete (Sittard), klatsje: kletsjke (Sittard) Welk woord kent u voor een zeer kleine hoeveelheid eten (een brusselke, een kriemelke?) [N 16 (1962)] III-2-3
kleine stenen lilliputters: lilipøtǝrs (Sittard) Smalle, dunne baksteentjes. De invuller uit L 321 onderscheidt daarbij vier formaten: ɛvechtformaatɛ (21x10x4 cm), van klei; ɛwaalformaatɛ (21,5x10x5,5 cm), van klei, voor buitenwerk; ɛmaasformaatɛ (21,5x10x8,5 cm), wit, voor binnenwerk en ɛlilliputtersɛ (14,5x6,5x3,5 cm), mooi glad, voor schoorsteen en hal. In L 291 werd zoɛn kleine steen spottend ook wel een bakkersbrood (bɛk\rs˱brū\t) genoemd.' [N 30, 54a; monogr.] II-8
kleingeld kleingeld: klei-geldj (Sittard, ... ), kleigeldj (Sittard), kleigeljd (Sittard), kleingeljd (Sittard) Klein geld [pasgeld, snuistergeld?] [N 21 (1963)] || kleingeld [SGV (1914)] III-3-1
kleinkinderen kindskind: kinsjkénjt (Sittard) kleinkind III-2-2
kleinste dier van het nest krauwel: kraouwel (Sittard), kruppel: kruppəl (Sittard), kruts: ideosyncr.  kraotsj (Sittard) Hoe noemt u het kleinste, jongste, zwakste dier van een nest [N 83 (1981)] III-4-2
kleiput leemberg: lęjmbę ̞rǝx (Sittard), leemkuil: lęjmkū.l (Sittard) Delfplaats waar klei als grondstof voor de fabricage van bakstenen met de hand wordt gestoken of met behulp van machines wordt afgegraven. [N 98, 17; monogr.] II-8
kleischop, kleihak hak: hak (Sittard) Schop of hak die door de kleibereider wordt gebruikt om de grondstof te mengen. [N 98, 66; monogr.] II-8
kleisteker leemsteker: lęjmštē̜kǝr (Sittard) Arbeider die de klei voor bakstenen, dakpannen en greswaren steekt en in voorkomende gevallen ook op het vervoermiddel laadt. [N 98, 28; monogr.] II-8
klemmateriaal kijl: kī.l (Sittard) Met allerlei materialen werden kouter, voorschaar en voorsteun van de ploeg op de ploegbalk vastgezet. Hierdoor bleven deze onderdelen verwisselbaar of verstelbaar. Welk materiaal men gebruikte, blijkt uit de opgaven. [N 11, 31.III.b; N 11A, 140b] I-1