e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke hond, reu mannetje: mén’kə (Sittard), rekel: raekel (Sittard), ideosyncr.  raekel (Sittard) Hoe noemt u een mannelijke hond (reu, rengel, menne, menneke) [N 83 (1981)] III-2-1
mannelijke kalkoen schroethaan: šrūthān (Sittard) [A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.] I-12
mannelijke kat, kater kater: kaater (Sittard) kater III-2-1
mannelijke merel melder: mèèldər (Sittard) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] III-4-1
mannelijke pauw pauwhaan: pǫu̯hān (Sittard) I-12
mannelijke vis hom: ideosyncr.  hóm (Sittard), visje: ideosyncr.  vösje (Sittard) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2
mannenkant mansluikant: mansluujkantj (Sittard) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren herenkleren: herekleier (Sittard), manskleren: manskleier (Sittard), mansluikleren: mansluu klejer (Sittard), mansluuj-kleier (Sittard), mansluiskleren: mansluujskleijer (Sittard) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed mansluiondergoed: mansluuj òngergoud (Sittard) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd hemdslip: humpsjlup (Sittard), lijfje: lifke (Sittard), manshemd: manshumme (Sittard), mansluihemd: mansluuhumme (Sittard), onderlijf: óngerlief (Sittard), onderlijfje: óngerlifke (Sittard), stoepje: sjtupke (Sittard) herenhemd || lijfje, onderhemd met korte mouw || onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] || onderlijf || onderlijfje III-1-3