18974 |
bekennen |
bekennen:
bekènne (Q020p Sittard)
|
uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21514 |
bekeuren |
beboeten:
beboeten (Q020p Sittard)
|
iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30041 |
bekisting |
bekisting:
bǝkesteŋ (Q020p Sittard)
|
De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.]
II-9
|
17646 |
bekkenholte |
bekken:
(bekke?) (Q020p Sittard),
bekke (Q020p Sittard)
|
deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || heup: komvormige ruimte tussen de heupbeenderen [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22922 |
bekkens? |
platen:
plaat (Q020p Sittard)
|
Cimbaal.
III-3-2
|
21684 |
bekostigen? |
<omschr.> zo wijd reik ik niet:
zoowiet reik ich neit (Q020p Sittard),
bekostigen:
beköstige (Q020p Sittard),
dat kan ich neit beköstige (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
ps. invuller heeft deze vraag volgens mij niet volledig beantwoord?!
dat kan ig neit ....(bekostigen) (Q020p Sittard),
berappen:
berappe (Q020p Sittard),
opbrengen:
kan ich neit opbrènge (Q020p Sittard),
te veel:
dat is te veùl (Q020p Sittard)
|
Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21357 |
bekvechten |
disputeren (<fr.):
Van Dale: disputeren (<Fr.), wetenschappelijk redetwisten; - kibbelen, twisten.
dispeteire (Q020p Sittard),
stechelen:
sjtèchele (Q020p Sittard)
|
redetwisten [SGV (1914)] || ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
26511 |
bel |
klepper:
klɛpǝr (Q020p Sittard)
|
De bel die de molenaar waarschuwt wanneer het kaar bijna leeg is. Deze bel klingelt telkens als de speelman tegen een blokje slaat, dat door een koord met de bel verbonden is. Onder het malen is dit blokje omhoog gespannen, zodat de speelman het niet kan raken. Het blokje is verbonden met een plankje dat in het kaar ligt en door het gewicht van het graan onder gehouden wordt. Als het graan vermindert, komt het plankje omhoog waardoor het blokje niet meer omhoog gespannen blijft maar neerkomt, zodat de speelman ertegen slaat (Groffils, pag 145 en 146). Op sommige plaatsen, zoals bij de oude molens in Q 88, Q 95 en Q 188, had men geen bel en moest de molenaar steeds goed op de graanhoeveelheid in het kaar letten (Coenen, pag. 123). [N O, 21b; Vds 155; Jan 161; Coe 145; Grof 170]
II-3
|
25075 |
belangrijk, van belang |
van belang:
van belang (Q020p Sittard)
|
van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21715 |
belasting |
belasting:
belasting (Q020p Sittard)
|
de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)]
III-3-1
|