e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bekennen bekennen: bekènne (Sittard) uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)] III-1-4
bekeuren beboeten: beboeten (Sittard) iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] III-3-1
bekisting bekisting: bǝkesteŋ (Sittard) De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.] II-9
bekkenholte bekken: (bekke?) (Sittard), bekke (Sittard) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || heup: komvormige ruimte tussen de heupbeenderen [N 10 (1961)] III-1-1
bekkens? platen: plaat (Sittard) Cimbaal. III-3-2
bekostigen? <omschr.> zo wijd reik ik niet: zoowiet reik ich neit (Sittard), bekostigen: beköstige (Sittard), dat kan ich neit beköstige (Sittard, ... ), ps. invuller heeft deze vraag volgens mij niet volledig beantwoord?!  dat kan ig neit ....(bekostigen) (Sittard), berappen: berappe (Sittard), opbrengen: kan ich neit opbrènge (Sittard), te veel: dat is te veùl (Sittard) Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)] III-3-1
bekvechten disputeren (<fr.): Van Dale: disputeren (&lt;Fr.), wetenschappelijk redetwisten; - kibbelen, twisten.  dispeteire (Sittard), stechelen: sjtèchele (Sittard) redetwisten [SGV (1914)] || ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)] III-3-1
bel klepper: klɛpǝr (Sittard) De bel die de molenaar waarschuwt wanneer het kaar bijna leeg is. Deze bel klingelt telkens als de speelman tegen een blokje slaat, dat door een koord met de bel verbonden is. Onder het malen is dit blokje omhoog gespannen, zodat de speelman het niet kan raken. Het blokje is verbonden met een plankje dat in het kaar ligt en door het gewicht van het graan onder gehouden wordt. Als het graan vermindert, komt het plankje omhoog waardoor het blokje niet meer omhoog gespannen blijft maar neerkomt, zodat de speelman ertegen slaat (Groffils, pag 145 en 146). Op sommige plaatsen, zoals bij de oude molens in Q 88, Q 95 en Q 188, had men geen bel en moest de molenaar steeds goed op de graanhoeveelheid in het kaar letten (Coenen, pag. 123). [N O, 21b; Vds 155; Jan 161; Coe 145; Grof 170] II-3
belangrijk, van belang van belang: van belang (Sittard) van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)] III-4-4
belasting belasting: belasting (Sittard) de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)] III-3-1