e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beweeglijk rondlopen bijzen: Als opgejaagde koeien.  bisse (Sittard) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewerkelijk werk puzzlewerk: peuzel-werk (Sittard) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewerken van het deeg op de werktafel doorslaan: dōršlǭn (Sittard), platkloppen: platklopǝ (Sittard) De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.] II-1
bewieroken wieroken: wieroake (Sittard) Wieroken, bewieroken [wiereke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bewolking betrokken weer: betrokken wear (Sittard), bewolking: bewolking (Sittard), erg bewolkt: erg bewolk (Sittard), lucht: loch (Sittard) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bezadigd bezadigd: ook materiaal znd 21, 18  bezaedigde minsch (Sittard), gemoedereerd: gemodereerd (Sittard) bezadigd [ZND 01 (1922)] || zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezem bezem: bessem (Sittard), beͅsəm (Sittard), bɛsəm (Sittard, ... ), keerbezem: kēͅrbɛsəm (Sittard), stalbezem: Zie tekening: a (links)  sjtalbessum (Sittard) bezem [RND], [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
bezemsteel bezemstek: bessemsjtek (Sittard), bɛsəmštɛk (Sittard), Ich wiet noe, wie de bèssem in de sjteel zit: nu weet ik er het fijne van loat? m mer ns op ne bèssem pisse: wordt gezecht als iemand zich spinnijdig maakt Noe sjtaeke ver de bèssem oet: als men ongewenst gezelschap kwijtraakt  bɛsəmštɛk (Sittard), steel: štēl (Sittard) bezemsteel [RND] || bezemstok III-2-1
bezig bezig: bezig (Sittard) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezuik (Sittard, ... ) bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1