e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staartkoord staarttouw: štarttǫu̯w (Sittard) Koord waarmee men op stal de staart van de koe vastbindt. [N 3A, 14g] I-11
staartkwast vlos: flus (Sittard) Kwastig uiteinde van de staart. [N 3A, 114] I-11
stabat mater stabat mater dolorosa (lat.): Stabat Mater Dolorosa (Sittard) Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)] III-3-3
stad stad: sjtat (Sittard), štat (Sittard) stad [RND], [SGV (1914)] III-3-1
stadsomroeper uitroeper: oetruiper (Sittard) de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)] III-3-1
stal stal: šta.l (Sittard) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6
stalband halsband: hals˱banjtj (Sittard), halterstrang: hāljtjǝrštraŋk (Sittard) Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b] I-10
stalkaars stalkaars: idiosyncr.  stalkaars (Sittard) Stalkaars (verbascum thapsiforme 30 tot 180 cm grote plant. De bladeren zijn langwerpig, langs de stengel aflopend, witviltig; de plant heeft grote, uitgespreide bloemen; de bloem heeft 2 lange en kale meeldraden en 3 korte, wollig behaarde meeldraden, [N 92 (1982)] III-4-3
stallamp lucht: stalkandelaar  luch (Sittard) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
stallen stallen: sjtalle (Sittard), stallen-kanukelsjtuel (Sittard) [voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] || De koorbanken aan de zijkanten van het priesterkoor [stallen, stalles, koorstallen, koorstoelen, kanunnikenbanken]. [N 96A (1989)] III-3-1, III-3-3