e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waslijn lijnwaadsdraad: lievesdraot (Sittard), spintlicht: sjpentjleid (Sittard), wasdraad: wɛsdrōͅ.t (Sittard) wasdraad || waslijn III-2-1
wasmand wasmand: wɛšmanj (Sittard) In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.] II-12
wastafel, wasbak lampettafel: lampëttaofel (Sittard), lavabo: laveboo (Sittard) lampettafel || wastafel III-2-1
wastobbe, wasteil spoelbak: sjpuilbak (Sittard), teil: teil (Sittard), tijn: vaker gebruikt  tīēn (Sittard), van hout voor bloemen en planten  tien (Sittard), wastijn: wastobbe  wéstīēn (Sittard) metalen tobbe of kuip || teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
waterbak sproeier: šprujǝr (Sittard) Waterbak waarin de vormbakken werden schoongewassen en natgemaakt. [monogr.] II-8
waterblaas waterblaas: wātǝrblǭs (Sittard) De eerste met vocht gevulde blaas die de weg baant voor het kalf. [N 3A, 52a] I-11
waterdamp, wasem damp: damp (Sittard) Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)] III-2-1
waterdichte laars waterstevel: watersjteevel (Sittard), watersjtevel (Sittard) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterhoen lishoen: luusjhoun (Sittard), lishoentje: luusjhuinke (Sittard), kleine waterhoen; luusj = lis, cf Schelberg  luusjhuinke (Sittard), waterhoen: waaterhoun (Sittard), waterhoentje: waterhuinke (Sittard) waterhoen || waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
waterige kost maagvulling: maachvölling (Sittard), pratsetig: prátsjətig (Sittard), slaris: sjlááris (Sittard), slobber: sjlóbber (Sittard), soep: sop (Sittard) slappe kost || slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3