20645 |
griesmeelpudding |
griesmeelpodding:
grismaelbodding (Q020p Sittard),
griesmeelpudding:
grismaelpudding (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
semoule (fr.):
sjmōl (Q020p Sittard)
|
Crème van griesmeel, griesmeelpudding (semoel?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21495 |
griffel |
griffel:
gruffel (Q020p Sittard)
|
een stift van leisteen om daarmee op een lei te schrijven [griffel, griffie, grift, touche, cijferpen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
19024 |
grijns |
grijns:
griensj (Q020p Sittard),
grijnslach:
grienslach (Q020p Sittard),
grinsjlach (Q020p Sittard)
|
grijns [grijnst] [N 10 (1961)]
III-1-4
|
18880 |
grijnzen |
grijnslachen:
grinsjlache (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
grijnzen:
grinsje (Q020p Sittard)
|
grijnslachen || grijnzen [SGV (1914)] || spottend lachen soms met een onaangename vertrekking van het gezicht [grijzen, blieken, blikken, grijzen, griemen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25799 |
grijpen |
rijzen:
rĩzǝ (Q020p Sittard)
|
Gezegd van het brouwsel. De eerste verschijnselen van de gisting vertonen. Uit de woordtypen "gijlen", "gären" en "gisten" blijkt dat de invullers uit die plaatsen geen specifiek woord kennen voor het begin van de gisting. [N 35, 67; monogr.]
II-2
|
24451 |
grijpen door roofdieren |
klampen:
ideosyncr.
klampe (Q020p Sittard),
pakken:
te pakke (Q020p Sittard)
|
Hoe noemt u het vastgrijpen van ratten, muizen, etc. door roofdieren (klampen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17906 |
grijpen naar |
grijpen:
griepe (Q020p Sittard),
snappen:
sjnappe (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
grijpen naar iets [naar iets raome] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
22285 |
grijze duif |
grijsje:
Sub gries.
griske (Q020p Sittard)
|
Kleine grijze duif.
III-3-2
|
18888 |
gril |
kuur:
ein kuur (Q020p Sittard)
|
een plotseling opkomende onberedeneerde gedachte of wens [gril, loet, nuk, kuur, streek, kneep, stuip, bijze] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33685 |
grind |
kiezel:
kezǝl (Q020p Sittard)
|
Collectieve benaming voor de kleine keitjes die in grote menigte in diluviale gronden en op de bodem van de rivieren worden aangetroffen, kiezels. [S 11; L 1a-m; N 18, add.; monogr.]
I-8
|