24895 |
lente, voorjaar |
uitergaans:
oetergaons (Q020p Sittard),
uithoud:
oethaut (Q020p Sittard),
vroegjaar:
vrui:jao:r (Q020p Sittard),
vruijoar (Q020p Sittard),
(vruijaore).
vruijaor (Q020p Sittard)
|
lente [SGV (1914)] || voorjaar, lente
III-4-4
|
18955 |
lepe, doortrapte kerel |
filou (fr.):
veloe (Q020p Sittard)
|
een doortrapte kerel [fijnaard, fijne, leperd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19553 |
lepel |
lepel:
aetlaepel (Q020p Sittard),
laepel (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
léépel (Q020p Sittard),
potlaepel (Q020p Sittard),
soplaepel (Q020p Sittard)
|
lepel || lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
31924 |
lepelboor |
lepelboor:
lē̜.pǝlbǭ.r (Q020p Sittard)
|
Boorijzer voor hout met een lepelvormig uiteinde. Het snijvlak van de boor is half bolvormig. Zie ook afb. 74b. De lepelboor wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de voorgeboorde naven van karwielen verder mee uit zodat daar vervolgens de naafbus in geplaatst kan worden. [N 33, 329; N 53, 162a; N G, 31c; monogr.]
II-12
|
19556 |
lepelrek |
lepelrekje:
laepelrekske (Q020p Sittard),
laepelrèkske (Q020p Sittard),
rekje:
rèkske (Q020p Sittard)
|
rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21748 |
leraar |
leraar:
leraar (Q020p Sittard)
|
een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18340 |
leren beenkap |
gamasche:
kaamasj (Q020p Sittard),
kamasje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
kemasje (Q020p Sittard)
|
Fr. gamache, beenkap || lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
25355 |
leren schede |
leren tas:
[leren] tɛš (Q020p Sittard)
|
De slachter draagt vaak aan zijn gordel een leren of houten "holster", waarin hij het gereedschap dat hij tijdens het slachten steeds bij de hand moet hebben, met name de messen, opbergt. Daarnaast heeft hij meestal nog een tas of iets dergelijks bij zich, waarin hij zijn overig gereedschap (de bijl, het schietmasker, de brander e.d.) vervoert. Het is goed mogelijk dat een aantal respondenten op deze tas doelt. Een eventuele toevoeging leren wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie afb. 3. [N 28, 121a; N 28, 121b; monogr.]
II-1
|
21375 |
leren, studeren |
studeren:
sjtudeire (Q020p Sittard)
|
studeeren [SGV (1914)]
III-3-1
|
19125 |
leugen |
leugen:
leugen (Q020p Sittard)
|
een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|