e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwsgierigaard gaper: gaper (Sittard) iemand die alles nieuwsgierig bekijkt [gaper] [N 85 (1981)] III-1-4
niezen niesten: neiste (Sittard, ... ), niezen: neize (Sittard) niezen [niese, nieste] [N 10a (1961)] || niezen, proesten [SGV (1914)] III-1-2
nijptang pitstang: petštaŋ (Sittard) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] II-11
nikkelgeld nikkel: nikkel (Sittard) nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)] III-3-1
niknak niknak: niknak (Sittard, ... ), in de bijbehorende ringetjes werden de figuutjes gestoken, zodat ze rechtop konden staan; snoep- en speelgoed gelijktijdig  nik-nak (Sittard) 2 tot 3 cm grote gebakjes in de vorm van dierenfiguurtjes || Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] III-2-3
niks waard niks waard: dat is niks wêrd (Sittard) waard (dat is niets ~) [SGV (1914)] III-3-1
nippen lepsen: lēpsjə (Sittard), nippen: nippe (Sittard), pitsen: pitsjə (Sittard), sippen: suppe (Sittard) Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)] III-2-3
noemen noemen: nuime (Sittard) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
nog in het ei zittend kipje kuikje: kykskǝ (Sittard) [N 19, 40a] I-12
nog niet uitgerezen deeg nog niet gegangen: nox nęjt gǝgaŋǝ (Sittard) [N 29, 26a; monogr.] II-1