34441 |
roep- en lokwoorden voor het schaap |
blèè, blèè:
blę, blę (Q020p Sittard)
|
[N 19, 74a; VC 14, 2j (R]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
raupe (Q020p Sittard),
roupe (Q020p Sittard)
|
op een luide manier iets mededelen, roepen [skriesen] [N 87 (1981)] || roepen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21652 |
roeper |
uitroeper:
oetreuper (Q020p Sittard),
oetruiper (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard)
|
afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34460 |
roepwoord voor de geit |
met, met:
mɛt, mɛt (Q020p Sittard)
|
[N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.]
I-12
|
34461 |
roepwoord voor de jonge geit |
mettetje, mettetje:
mɛtǝkǝ, mɛtǝkǝ (Q020p Sittard)
|
[N 19, 74f; VC 14, 2m -r-]
I-12
|
20819 |
roeren |
roeren:
ruijere (Q020p Sittard)
|
roeren [DC 47 (1972)]
III-2-3
|
25729 |
roerkuip |
roerkuip:
rø̜jǝrkūp (Q020p Sittard)
|
De kuip waarin het beslag geroerd wordt. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata ''beslagkuip'', beslaan'' en ''roeren''. [N 35, 28; monogr.]
II-2
|
20610 |
roerom |
luiewijverpap:
luiewieverpap (Q020p Sittard),
slemppap:
sjlèmppàp (Q020p Sittard)
|
roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25730 |
roerspaan |
gaffel:
gafǝl (Q020p Sittard),
houten riek:
hǫwtǝ ręjk (Q020p Sittard),
schup:
šø̜p (Q020p Sittard)
|
Het handgereedschap waarmee men het water en moutmeel vermengt. Speciaal voor het mengen wordt een "roerspaan" gebruikt, een soort van grote schop die de vorm heeft van een rooster. (Zie afb. 7). Uit de woordtypen blijkt echter dat men om te roeren ook gereedschap gebruikt als een "houten riek" (Q 20), "riek" (L 210, L 325, Q 78, Q 95), "schop" (Q 20) of "gaffel" (L 250, Q 20). Voor het {mout}-gedeelte van de varianten zie men het lemma ''mout''. [N 35, 32a; monogr.]
II-2
|
25088 |
roest |
beroest:
⁄t is berós (Q020p Sittard),
roest:
ros (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
rōēs (Q020p Sittard)
|
roest [SGV (1914)] || roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)]
III-4-4
|