30332 |
vensterluiken |
blaffeturen:
blafǝtȳrǝ (Q020p Sittard),
blinden:
blęnjǝ (Q020p Sittard),
vensterslagen:
venstǝršlē̜x (Q020p Sittard
[(enkelvoud: venstǝršlāx)]
)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
25074 |
veranderen |
veranderen:
verangeren (Q020p Sittard)
|
anders maken [anderen, veranderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21433 |
verbeuzelen |
baren binden:
Lett.: repareren van baren. Eindeloos lang kletsen om de tijd te doden. Indien een baar [= barile, diepe aarden schotel inhoudende 3 tot 5 liter. Zij werd veel gebruikt voor het afromen van melk] gebarsten of in stukken gebroken was, gingen de vrouwen ermee naar de baarebènjer om ze te laten repareren. [...] Tijdens het wachten op de reparatie, kortten de vrouwen hun tijd met kletsen en nieuwtjes vertellen.
baarebènje (Q020p Sittard)
|
eindeloos lang kletsen om de tijd te doden
III-3-1
|
18940 |
verbruien |
begaden:
begaaid (Q020p Sittard),
niet gefikst zijn:
⁄t is neit gefiks (Q020p Sittard),
verbruien:
verbruujd (Q020p Sittard),
verbruuje (Q020p Sittard)
|
door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || verbruien [SGV (1914)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21388 |
verdacht |
verdacht:
verdach (Q020p Sittard)
|
verdacht [SGV (1914)]
III-3-1
|
21798 |
verdachte zaak |
niet koosjer:
is neit kauwsje (Q020p Sittard)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
presumeren (<fr.):
Van Dale: presum(p)tie (<Lat.-Fr.), vermoeden, veronderstelling, gissing; verdenking: presum(p)tie op iem. hebben, iem. ergens van verdenken.
prezemeier (Q020p Sittard)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19377 |
verdieping |
statie:
sjtaassie (Q020p Sittard),
stock (d.):
sjtok (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
verdieping:
verdeiping (Q020p Sittard)
|
De verzamelnaam voor een horizontale laag in een huis tussen twee vloeren (verdieping, verdiep, stagie) [N 79 (1979)] || etage || verdieping
III-2-1
|
24634 |
verdord |
kapot:
ideosyncr.
kapot (Q020p Sittard),
verdord:
ideosyncr.
verdord (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
verdroogd:
vərdrŭŭjcht (Q020p Sittard)
|
Uitgedroogd, dood, gezegd van planten en plantendelen (dor, verpieterd). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25362 |
verdoven |
verdoven:
vǝrdǫwvǝ (Q020p Sittard)
|
Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.]
II-1
|